In de nieuwe wet behoudt de overheid van de Duitse deelstaat Nedersaksen haar
vetorecht bij de grootste autofabrikant van Europa.
De uit 1960 stammende ‘VW-wet’ is bedoeld om Volkswagen te beschermen
tegen een eventuele buitenlandse overname. Ook moet de wet de belangen van
werknemers bij het concern waarborgen.
Grootaandeelhouder Porsche stapte dinsdagochtend naar de rechter in de hoop
duidelijkheid te krijgen over de zeggenschap van aandeelhouders van VW in
het kader van de wet.
Porsche is het een doorn in het oog dat Nedersaksen een vetorecht had en houdt
bij de autoproducent. Ook in de nieuwe wet kunnen belangrijke beslissingen
alleen met een meerderheid van 80 procent van de aandeelhouders plus een
stem worden genomen.
Nedersaksen heeft een belang van 20,3 procent in VW.
Een andere bepaling, waarmee het stemrecht van aandeelhouders werd
beperkt tot 20 procent, ook al hadden die een groter belang in het bedrijf,
is in de herziene wet afgeschaft.
Porsche heeft een belang van 31 procent in VW en zou dat belang in de komende
tijd willen uitbreiden naar 50 procent.
Het Europese Hof van Justitie besliste eind vorig jaar dat VW een einde
moet maken aan de beperking van het stemrecht van aandeelhouders.
Maar het hof deed volgens de Duitse overheid geen duidelijke uitspraak over de
manier waarop het vetorecht kan worden geregeld. Porsche wil dat een Duitse
rechtbank nu duidelijkheid schept over de regelgeving.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl